Waaruit en hoe zijn de huidige Big 4 kantoren ontstaan?
Waaruit en hoe zijn de huidige Big 4 kantoren ontstaan? Deze blog pretendeert zeker geen naslagwerk te zijn voor de rise & fall van de grotere big four accountantskantoren. Maar al met al is het een aardige blog geworden zo.
Inhoudsopgave:
- Oprichten van de EEG
- Waarom wil je je vleugels uitslaan naar het buitenland?
- Big Four kantoor: PwC
- Big Four kantoor: Deloitte
- Big Four kantoor: KPMG
- Big Four kantoor: EY
- Nederlandse geschiedenis Big Four kantoren
- Internationale geschiedenis Big Four kantoren
- Waar staat Big Four kantoor EY nu?
- Wie vormen de Top 10 accountantskantoren ter wereld in 2022 naar omzet
De Big 4 is zelfs ooit de Big 8 geweest! Wie weet het nog?
Tot eind 20e eeuw werd de markt voor professionele zakelijke diensten gedomineerd door acht netwerken die de toepasselijke bijnaam de “Grote 8” kregen. De Big Eight bestond toen uit Arthur Andersen, Arthur Young, Coopers & Lybrand, Ernst & Whinney, Peat Marwick Mitchell, Price Waterhouse en Touche Ross & Deloitte Haskins and Sells.
De Big Eight werd in 1989 de Big Six
De concurrentie tussen deze bedrijven nam toe en de Big Eight werd de Big Six in 1989. In dat jaar fuseerde Ernst & Whinney namelijk met Arthur Young om in juni 1989 Ernst & Young te vormen, en Deloitte, Haskins & Sells fuseerden met Touche Ross om Deloitte & Touche in augustus 1989.
De Big Six zag er dus na de beide fusies als volgt uit: Arthur Andersen, Coopers & Lybrand, Deloitte & Touche, Ernst & Young, KPMG, Price Waterhouse.
In juli 1998 werd de Big Six de Big Five
De Big Six werden de Big Five in juli 1998, toen Price Waterhouse fuseerde met Coopers & Lybrand om PricewaterhouseCoopers te vormen.
De Big Five: Arthur Andersen, Deloitte & Touche, Ernst & Young, KPMG en PricewaterhouseCoopers
Ten slotte leverde de teloorgang van Arthur Andersen door ondermeer het ENRON-schandaal (2001), de huidige Big Four op: Deloitte, Ernst & Young (EY), KPMG en PwC.
Geen van deze zgn. Firma’s binnen de Big Four is eigenlijk één firma. Het zijn eerder service-netwerken. Elk Big Four kantoor is een netwerk van firma’s, eigendom van en onafhankelijk beheerd, die overeenkomsten zijn aangegaan met de andere lidfirma’s in het netwerk om met één naam, maar ook intellectuele eigendom en (het belangrijkste de) kwaliteitsnormen te delen. Elk netwerk heeft een wereldwijde entiteit opgericht om de activiteiten te coördineren.
Het is vandaag meer een tussentijdse balans, een momentopname van een proces dat nog volop in beweging is en wordt aangewakkerd door (internationaal) de opkomst van grote spelers (samenwerkingsverbanden, waarbij de leden hun eigen naam blijven hanteren, zoals DRV, MTH en WVDB – Moore netwerk) en kantoren die onder een naam naar buiten treden (naast de Big 4 kantoren, bijvoorbeeld BDO, Reanda, Crowe, HLB en BakerTilly).
Bekende internationale stappen gezet door een accountant
Een van de eerst bekende internationale stappen gezet door een accountant is die van de Engelsman Daniel Guthrie die vanwege een controle-opdracht in de USA ook een kantoor startte in New York, zo rond de jaren 1880. Gebleken is dat internationalisatie van accountantskantoren niet het gevolg van de werking van de traditionele motieven die gelden voor het bedrijfsleven bij het overschrijden van grenzen.
Deze motieven zitten meer in de hoek van het zoeken naar nieuwe afzetmarkten of het ge-bruik maken van lokale kostenvoordelen. Accountants streven ernaar hun nationale cliënten naar het buitenland te volgen, omdat zij ook daar die dienstverlening willen kunnen aanbieden die in het moederland wordt geboden. Gewoon vanuit een stuk service! Maar zeker ook om zich lokale wetgeving eigen te maken en niet tegen allerlei fiscale claims aan te lopen.
Oprichten van de EEG
Met het oprichten van de EEG op 25 maart 1957, werd de aanzet gegeven voor een Europese marktintegratie waarvan het Amerikaanse bedrijfsleven een graantje wilde meepikken. Amerikaanse accountantskantoren volgden hun klanten naar Europa en richtten daar eigen kantoren (vestigingen) op of gingen een samenwerkingsverband aan met binnen de diverse landen gevestigde grote accountantskantoren.
Dezelfde ontwikkeling was destijds te bespeuren richting Zuid-Amerika en Azië. Op grond van wetenschappelijk onderzoek (van dr. Hackett en dr. Wu), komen beiden tot de conclusie, dat de belangrijkste motieven voor internationalisatie van de grote Amerikaanse accountantskantoren richting Europa en andere delen van de wereld als volgt is te onderscheiden:
- Om eigen klanten die de grens overgaan ook in het buitenland te kunnen bedienen (service ideaal);
- Collega concurrenten buiten de deur te houden (defensief motief);
- Naamsbekendheid als internationaal opererend kantoor (marketing motief)
- Groeimogelijkheden opzoeken binnen de (internationale) markt (offensief motief);
- Rendementsverwachtingen op investeringen in buitenlands kantoren (financieel motief).
Waarom wil je je vleugels uitslaan naar het buitenland?
De eenvoudigste vorm om je als internationaal kantoor te presenteren (zo eind 1800), is het uitvoeren van buitenlandse opdrachten op reisbasis. Van het Britse accountantskantoor Price Waterhouse is bekend dat het reeds in 1873 (!!) op deze wijze opdrachten uitvoerde in de USA. Op reisbasis is eigenlijk de eerste fase van een internationalisatie strategie.
Door de beperkte kennis van de lokale omstandigheden, wettelijke en in het bijzonder fiscale regelingen, is deze wijze van uitoefenen van het accountancyvak slechts in beperkte mate en gedurende korte tijd mogelijk.
Als je dit goed wil implementeren zul je eigen buitenlandse vestigingen moeten starten dan wel intensief moeten gaan samenwerken met daar gevestigde lokale kantoren.
Accountantskantoren hebben geprobeerd het voortouw te nemen
In Nederland hebben diverse kantoren geprobeerd dat voortouw te nemen. Als we teruggaan naar de periode 1970 dan hebben er slechts enkele, vestigingen in het buitenland geopend.
Ondanks de, in belangrijke uitbreiding van het internationaal netwerk van kantoren in de jaren zeventig, hebben de maatschappen die op dit punt het verst gekomen zijn, hun strategie om onder eigen naam een Europees alternatief te kunnen vormen ten opzichte van de Big Eight, tegen het einde van dat decennium toch moeten opgeven.
Internationale samenwerking tussen de big 4 accountantskantoren ligt in het verlengde van het ‘full service concept’, dat individuele, grotere, nationaal goed ontwikkelde accountantskantoren met een (potentiële) internationale cliëntenportefeuille, gericht nastreven.
De organisaties variëren van zeer los gestructureerde verbanden, die soms niet veel méér inhouden dan uitgewerkte correspondentschapsverhoudingen, tot een sterk centraal geleid ‘one name one (international) firm’ concept dat o.m. gekenmerkt wordt door het wereldwijd opereren onder een en dezelfde naam (‘one name concept’), professioneel gebruik makend van eigen firmastandaarden en werkprocedures, met wereldwijde (centrale) partnerbenoeming, winstpooling en bepaling van individuele winstrechten enz. (‘one firm concept’).
Deze extreme configuraties lijken de laatste jaren meer naar elkaar toe te groeien onder druk van een aantal factoren. Een belangrijke factor in dit verband is de wens om buitenlandse dochtermaatschappijen van nationale cliënten, onafhankelijk van de plaats en het land waar deze gesitueerd zijn, die dienstverlening te kunnen aanbieden die in het eigen land mogelijk is. Dit vereist een zo uniform mogelijk uitvoeren van werkzaamheden waar ook ter wereld!
Hiervoor dienen standaarden ten aanzien van de uitvoering van bepaalde werkzaamheden te worden ontwikkeld die voor het uitvoerende team in het desbetreffende land worden toegepast.
Controle op de kwaliteit van de geleverde diensten dient ook op uniforme wijze, onafhankelijk van de bij de uitvoering van de werkzaamheden betrokken professionals, plaats te vinden.
Verbetering van de efficiency van de dienstverlening aan internationale klanten en een verdere diversificatie en specialisatie binnen het totaalpakket aan diensten dat hun kan worden geboden via een uitgebreid netwerk van kantoren, waar ook ter wereld, vormden het motief voor de megafusies van de huidige big four kantoren.
Big 4 kantoor: PwC
De geschiedenis van PwC begint in 1849, toen Samuel Price een accountantskantoor startte in Londen. In 1865 ging hij een partnerschap aan met William Holyland en Edwin Waterhouse. Korte tijd later stapte William Holyland eruit en ging zelfstandig verder. Vanaf 1874 stond het kantoor bekend als Price, Waterhouse & Co. In 1890 opende Price Waterhouse & Co een fysiek kantoor in New York en al snel volgden meerdere vestigingen in de USA en Canada.
Ook de geschiedenis van Coopers & Lybrand gaat terug tot de negentiende eeuw. In 1854 startte William Coopers zijn kantoor in Londen. Zeven jaar later sloten zijn drie broers zich bij hem aan; de naam van het kantoor werd toen Coopers Brothers. In 1898 begonnen de Amerikanen Robert Montgomery, William Lybrand, Adam A. Ross Jr. en zijn broer Edward Ross het accountantskantoor Lybrand, Ross Brothers and Montgomery. In 1957 werden deze twee bedrijven samengevoegd met de Canadese firma McDonald, Currie and Co. waardoor Coopers & Lybrand ontstond.
De Nederlandse ‘voorouders’ komen via Coopers & Lybrand. Het middelgrote Dijker en Doornbos beëindigde in 1989 de samenwerking met haar internationale partner BDO (Binder, Dijker, Otte). In de Deloitte-telg Van Dien vonden zij een nieuwe fusiepartner en zo ook weer de aansluiting op de internationale markt. Fusieproduct Deloitte Dijker van Dien maakte zich in 1990 los van Deloitte en werd toen Coopers & Lybrand, Dijker van Dien.
PricewaterhouseCoopers, afgekort PwC, is heden ten dage een internationaal accountants- en belastingadvieskantoor met de hoofdzetel in Londen. PwC ontstond in 1998 door een fusie van Price Waterhouse en Coopers & Lybrand. De consultancytak werd in 2002 verkocht aan IBM. De advisory-afdeling werd echter opnieuw opgezet na de verkoop van de consultancytak. Tot en met 2010 stond het kantoor bekend als PriceWaterhouseCoopers. PwC wordt nu samen met KPMG, EY (Ernst & Young) en Deloitte tot de Big Four gerekend.
De formele naam is PricewaterhouseCoopers, aangevuld met een toevoeging van de betreffende entiteit (land of activiteit), maar vanaf 2010 maakt het bedrijf in al haar commerciële uitingen gebruik van de naam PwC.
Big 4 kantoor: Deloitte
Deloitte Dijker van Dien maakte zich in Nederland in 1990 los van Deloitte en werd toen Coopers & Lybrand, Dijker van Dien. Maar andere onderdelen fuseerden met Touche Ross tot Deloitte Touche Tohmatsu. Deloitte Touche Tohmatsu is de grootste internationale organisatie op het gebied van de financiële en zakelijke dienstverlening. De Nederlandse memberfirm van de organisatie opereert onder de naam Deloitte.
Deloitte Touche Tohmatsu
Deloitte Touche Tohmatsu is een organisatie van zelfstandige memberfirms, die zich richt op het leveren van de hoog kwalitatieve dienstverlening en advies. De dienstverlening is gebaseerd op een wereldwijde strategie voor circa 100 landen. Daartoe is de expertise beschikbaar van ruim 300.000 professionals in alle werelddelen en van de memberfirms met hun vestigingen.
Historisch gezien is de Nederlandse Accountants Maatschap (NAM) de belangrijkste rechtsvoorganger van de huidige organisatie. Dit kantoor werd opgericht in 1955. In de jaren zestig en zeventig groeide de NAM in hoog tempo, met name door vele lokale fusies en overnames. Zo werd een uitgebreid landelijk netwerk van kantoren opgebouwd. In 1981 werd ook belastingadvies onderdeel van de organisatie, door een samenwerking met Begheyn & Sneep. Er was toen ook al een kleine organisatie-adviestak actief. Medio jaren tachtig veranderde de naam in TRN Groep, mede om het toen al grote belang van de internationale verbintenis met het kantoor Touche Ross te verduidelijken.
Fusie met de De Tombe / Melse Groep (TMG)
In 1988 volgde een fusie met de De Tombe / Melse Groep (TMG), eveneens een multidisciplinaire organisatie, met circa 700 personeelsleden. De TRN Groep zelf had er op dat moment ruim 2.000. De Tombe / Melse is ontstaan vanuit een oorspronkelijk in Leiden gestart accountantskantoor, reeds opgericht in 1902 (!). Als gevolg van een internationaal samengaan veranderde de naam in 1992 in Deloitte & Touche.
De organisaties van Touche Ross International en Deloitte Haskins & Sells hadden dan al een wereldwijde verbintenis gerealiseerd, met als nieuwe naam Deloitte Touche Tohmatsu International.
De grootste fusie uit de geschiedenis van de Nederlandse organisatie vond plaats op 1 januari 1998, toen Deloitte & Touche fuseerde met de VB Groep, een op de overheids- en non-profitmarkt gespecialiseerde accountants- en adviesorganisatie. De VB Groep had toen bijna 1400 medewerkers.
Door de fusie waren bij Deloitte & Touche dan 4800 mensen werkzaam. De jaaromzet groeide vervolgens naar circa € 330 miljoen, om daarna binnen twee jaar door te groeien naar boven het € 500 miljoen. Een nieuwe fusie met de zelfstandige consultancy-organisatie Bakkenist droeg daar ook in belangrijke mate aan bij.
Andersen Nederland
Toen Andersen Nederland (Je weet wel, Arthur Andersen – Enron etc.) zich op 1 juni 2002 bij de organisatie voegde, werd Deloitte & Touche de grootste accountants-adviesorganisatie in Nederland. Andersen bracht ongeveer 1200 medewerkers met zich mee. Deloitte & Touche was vanaf dit moment naast een van de marktleiders in het midden- en kleinbedrijf en de public sector ook op de markt van grote en multinationale cliënten een van de grootste accountants-adviesorganisaties. De organisatie heeft tegenwoordig ruim 6500 medewerkers met 15 kantoren door heel Nederland. In het najaar van 2003 werd de merknaam ingekort tot Deloitte.
Big 4 kantoor: KPMG
Het huidige big 4 kantoor KPMG is in 1987 ontstaan uit opeenvolgende fusies van diverse accountantskantoren.
De letters staan nog steeds voor de namen van de eerste oprichters van de toen nog aparte kantoren:
Klynveld, begon in 1917 een accountantskantoor in Amsterdam dat later als Klynveld Kraayenhof & Co. bekend zou worden (bij studenten KKC). Pieter Klijnveld geboren op 16 augustus 1874 die leefde tot 9 februari 1945 was een Nederlandse accountant die op zijn 43e een boekhoudkantoor oprichtte aan de Viottastraat in Amsterdam dat uiteindelijk dus zou uitgroeien tot KPMG. Een van zijn accountants, Jaap Kraayenhof, werkte zich op tot partner, waarna ze hun bedrijf hernoemden tot Klijnveld Kraayenhof & Co. Waaruit en hoe zijn de huidige Big 4 kantoren ontstaan?
Peat, begon al in 1870 in Londen onder de naam William Barclay Peat & Co.
Marwick, begon in 1897 samen met Roger Mitchell in New York onder de naam Marwick, Mitchell & Co.
Goerdeler, was vele jaren voorzitter van een Duitse firma met de naam Deutsche Treuhandgesellschaft.
In 1911 fuseren William Barclay Peat & Co. en Marwick, Mitchell & Co. tot een nieuwe firma onder naam Peat Marwick International (PMI). In 1979 fuseren Klynveld Kraayenhof & Co. (KKC) en de Deutsche Treuhandgesellschaft en McLintock Main Lafrentz & Co. tot Klynveld Main Goerdeler (KMG). In 1987 ontstond door een fusie van bovengenoemde firma’s KMG en PMI het huidige KPMG.
Fiscaal uitstapje:
In 1939 werd het belastingadviesbureau Meijburg & Co opgericht door mr. Willem Meijburg, inspecteur van ’s Rijksbelastingen. Als gevolg van de fusie tussen PMI en KMG in 1988 gingen de belastingadviseurs van PMI samen met die van Meijburg & Co. Per 1992 werd de naam Meijburg & Co. gewijzigd in KPMG Meijburg & Co.
Big Four kantoor: EY
Tja en dan Barend Moret. Misschien wel een standbeeld waardig!
Nederlandse geschiedenis Big Four kantoren
(Ernst & Young) is nu een internationaal opererend dienstverlenend bedrijf actief op het gebied van accountancy, belastingadvies en bedrijfsadvies. Met 260.000 medewerkers en activiteiten in 150 landen een van de allergrootste ondernemingen ter wereld. Tot 30 juni 2013 was het bedrijf bekend onder de naam Ernst & Young. Dus langzaamaan komen we op het antwoord: Waaruit en hoe zijn de huidige Big 4 kantoren ontstaan?
Tot de voorgangers behoort het oudste Nederlandse accountantskantoor. In 1883 was docent boekhouden Barend Moret (geboren in Rotterdam, 8 juni 1851 – Driebergen, 13 april 1915) toen een ondernemer en medeoprichter van het Bureel van Boekhouding Confidentia, het eerste Nederlandse accountantskantoor.
Barend Moret groeide op in Rotterdam en was de zoon van Jacobus Moret, een blokmaker en modelmaker te Rotterdam. Het maken van blokken voor schepen en kranen voor het takelen vereiste een nauwkeurig werkende timmerman die goed kon rekenen.. Dit goed kunnen rekenen en de precisie erfde Barend van zijn vader. Reeds op jonge leeftijd behaalde hij zijn MO diploma en werd toen hoofdboekhouder van de Scheepvaart Vereniging Zuid. Snel daarna kreeg hij bekendheid als docent boekhouden en examinator.
In 1883 was Barend één van de vijf oprichters van het Bureel van Boekhouding Confidentia. Hiermee legde hij de basis voor een nieuw beroep in Nederland, namelijk dat van openbaar accountant. Het kantoor ging op 1 januari 1883 van start op een steenworp afstand van het huidige hoofdkantoor van EY aan de Boompjes in Rotterdam. Waaruit en hoe zijn de huidige Big 4 kantoren ontstaan?
Bij de stichting van Confidentia bleef Barend Moret weliswaar op de achtergrond. Hij hield zich bezig met het geven van boekhoudlessen. Eind 1900 kreeg Barend Moret de leiding over het kantoor, die hij later weer overdroeg op een van zijn zoons. Binnen Confidentia werkte Barend daarnaast aan het uitbreiden van de adviespraktijk. Een tak van sport die tot op de dag van vandaag sterk gepositioneerd is binnen het huidige businessmodel van EY.
Barend Moret had drie zoons waarvan er twee, te weten Jacobus Moret (1876-1944) en Johannes Moret (1880-1945), ook het beroep van accountant uitoefenden. In de eerste honderd jaar van opeenvolgende accountantsbureaus hebben er voortdurend meerdere leden van de familie Moret als partner gefungeerd. In totaal waren dit acht leden uit vier generaties Moret (!).
Het door Moret opgerichte kantoor kent een geschiedenis van vele fusies en naamswijzigingen. Zo ging het Bureel van Boekhouding Confidentia al snel over in het door Barend Moret geleide Eerste Nederlandsche Accountantskantoor (ENAK). Barends zonen gingen tijdens de Eerste Wereldoorlog uiteen waarna in Rotterdam het kantoor Moret & Starke onstond en in Den Haag het kantoor Moret & De Jong.
Beide bureaus kwamen in 1964 gelukkig weer bij elkaar en gingen in 1970 op in Moret & Limperg. In 1990 kwam het tot een fusie tussen Moret (lid van Arthur Young International) en Dechesne Ernst & Whinney. Vanaf dat jaar werd de naam gewijzigd in Moret Ernst & Young. Nog negen jaar voerde de Nederlandse vestiging van Ernst & Young deze naam.
Barend Moret werd hiermee eigenlijk een van de stamvaders van het huidige EY in Nederland en grondlegger van het Nederlandse openbaar accountantsberoep. Het beroep van belastingadviseur ontstond 34 jaar later toen in 1917 een belastinginspecteur voor zichzelf begon. Bij Moret werd hierna al snel een belastingadviesafdeling opgezet.
Vele fusies op lokaal, landelijk en internationaal niveau hebben geleid tot de huidige EY-organisatie. Tot 1999 maakte de naam Moret nog prominent deel uit van de naam van het Nederlandse deel van EY. Door verdergaande internationalisatie en standaardisering is wereldwijd in alle landen de naam teruggebracht tot EY.
Internationale geschiedenis van de Big Four kantoren
Het huidige partnerschap van het bedrijf werd in 1990 dus gevormd door een fusie van twee accountantskantoren: Ernst & Whinney en Arthur Young & Co. Het kreeg de naam Ernst & Young totdat een rebranding-campagne in 2013 officieel de naam veranderde in EY.
Sinds jaar en dag is EY een van de grootste particuliere organisaties in de Verenigde Staten. EY staat de afgelopen 25 jaar op de lijst van Fortune Magazine van de 100 beste bedrijven om voor te werken, langer dan enig ander accountantskantoor.
EY is ook weer het resultaat van verschillende fusies van voorouderfirma’s in de afgelopen anderhalve eeuw, waarvan de oudste in 1849 in Engeland werd opgericht als Harding & Pullein. Datzelfde jaar werd een accountant aangenomen genaamd Frederick Whinney, die tien jaar later partner werd. Nadat zijn zoon bij het bedrijf kwam, werd het 1894 omgedoopt tot Whinney, Smith & Whinney.
In 1903 werd de firma Ernst & Ernst opgericht in Cleveland, Ohio, door Alwin C. Ernst en zijn broer Theodore. In 1906 werd Arthur Young & Co. opgericht door een Schotse accountant, Arthur Young in Chicago. Waaruit en hoe zijn de huidige Big 4 kantoren ontstaan?
Vanaf 1924 fuseerden deze twee Amerikaanse firma’s zich met het vooraanstaande Britse Young en Broads Paterson & Co. En Ernst fuseerde met de eerder genoemde Whinney Smith & Whinney. De laatste van deze twee fusies leidde in 1979 tot het Anglo-Amerikaanse partnerschap Ernst & Whinney , op dat moment het vierde grootste accountantskantoor ter wereld.
10 jaar later, in 1989, fuseerde Ernst & Whinney met het op dat moment op vier na grootste bedrijf ter wereld, Arthur Young & Co., om tot Ernst & Young te komen.
In oktober 1997 kondigde Ernst & Young plannen aan om haar wereldwijde praktijken samen te voegen met KPMG , om zo de grootste professionele accountants- en adviesorganisatie ter wereld te creëren. De aankondiging kwam een maand na de aangekondigde fusie tussen Price Waterhouse en Coopers & Lybrand.
Deze plannen werden al snel verlaten in februari 1998, als gevolg van verschillende factoren. De fusie tussen Price Waterhouse en Coopers & Lybrand verliep echter zoals gepland, waardoor PricewaterhouseCoopers ontstond.
Ernst & Young breidde wel zijn adviespraktijk in de jaren tachtig en negentig sterk uit. Gedurende deze tijd begonnen de Amerikaanse Securities and Exchange Commission en verschillende banken hun bezorgdheid te uiten over een mogelijk belangenconflict. Dit conflict zou worden veroorzaakt door firma’s die zowel advies- als auditdiensten gelijktijdig aanbieden aan overlappende cliënten, een gangbare praktijk bij de “Big Five”.
In mei 2000 was Ernst & Young de eerste van die firma’s die zijn adviespraktijken volledig opsplitste via een verkoop aan het Franse IT-dienstverlener Capgemini voor $ 11 miljard, waardoor het nieuwe bedrijf Capgemini Ernst & Young werd opgericht, dat later weer werd hernoemd naar Capgemini.
Waar staat Big Four EY nu? Waaruit en hoe zijn de huidige Big 4 kantoren ontstaan?
In 2002 bediende Ernst & Young een groot deel van de klanten die voorheen met Arthur Andersen werkten na hun ondergang in verband met het Enron. Vier jaar later werd Ernst & Young het enige lid van de Big Four met twee lidfirma’s in de Verenigde Staten, met de opname van Mitchell & Titus, LLP in 2006, het grootste minderheidsaccountantskantoor in de Verenigde Staten. Waaruit en hoe zijn de huidige Big 4 kantoren ontstaan?
Mitchell & Titus beëindigden hun lidmaatschap van het EY-netwerk overigens met ingang van 30 oktober 2015. In 2013 veranderde het bedrijf officieel zijn merk van Ernst & Young in EY en doopte het de bijbehorende slogan: “Building a better working world”.
In 2010 nam Ernst & Young Terco over, de Braziliaanse lidfirma van Grant Thornton. EY breidde verder uit en nam alle activiteiten van KPMG Denemarken over, inclusief de 150 partners, 1500 medewerkers en 21 kantoren.
In 2014 verwierf EY het wereldwijde strategie-adviesbureau The Parthenon Group , waardoor het 350 consultants kreeg in zijn toenmalige Transaction Advisory Services-praktijk, zodat het in-house strategie-adviesdiensten kon leveren aan zijn klanten. De business unit is sindsdien omgedoopt tot EY-Parthenon en is een van de meest vooraanstaande strategieadviesbureaus ter wereld.
In 2015 opende EY zijn eerste wereldwijde Security Operations Center in Thiruvananthapuram, Kerala in India, en investeerde het al $ 20 miljoen over 5 jaar om de toenemende dreiging van cybercriminaliteit te bestrijden. Waaruit en hoe zijn de huidige Big 4 kantoren ontstaan?
Wie vormen de top 10 accountantskantoren ter wereld in 2022 naar omzet?
De Big 4 accountantskantoren staan uiteraard bovenaan de lijst, gevolgd door de middelgrote accountantskantoren.
- Deloitte – $ 50,2 miljard
- PwC – $45,1 miljard
- EY – $40 miljard
- KPMG – $ 32,3 miljard
- BDO – $10,3 miljard
- RSM – $ 6,3 miljard
- Grant Thornton – $ 5,76 miljard
- Nexia International $ 4,5 miljard
- Crowe Horwath $ 4,3 miljard
- Baker Tilly $ 4,04 miljard